Er loopt een trein ver in mijn verleden
naar een haven in mijn moederland.
Als kleine jongen ben ik meegereden
op moeders schoot
en aan vaders hand.
En de trein bracht mij
langs groene padivelden,
een bruine kali en een eindeloze brug.
En er waren toen al mensen
die voorspelden:
deze trein gaat nooit meer terug.
Oe-oe kereta api,
waar breng je mij naar toe?
Terug, terug naar het verleden
of naar een eigen toekomst toe?
Er vaart een boot ver in mijn verleden
naar de overkant van de oceaan.
Maar de sporen in het water
zijn verdwenen,
deze boot is niet meer terug gegaan.
En ik besef dat ik werd afgesneden
van een bron aan het begin
van mijn bestaan,
maar de trein is verder gereden
en ik ben mee gegaan.
Deze beelden uit een
teruggehaald verleden
staan gegrift in mijn hart
en mijn gezicht.
Maar de toekomst is nog vaag
en onbetreden.
Ik hou mijn hart vast,
doe mijn ogen dicht.
De treinreis naar je lot
wordt zo onzeker,
als onderweg de wissel wordt verzet.
En als de trein niet verder gaat,
weet je slechts zeker:
dan worden bussen ingezet.
Geen reacties